In deze blog neem ik je mee aan de hand van de belangrijkste onderdelen van een procesmodel gemodelleerd in BPMN 2.0. Een notatie standaard voor procesmodellering. Om de verschillende onderdelen van BPMN 2.0 goed te kunnen begrijpen is het van belang dat je een beeld hebt van waar je BPMN voor gebruikt.

Dit heb ik uitgelegd in de voorgaande blog: 4 tips om goed van start te gaan BPMN. Het gebruik van BPMN-modellering is in de basis eenvoudig. Er kunnen echter al snel problemen naar boven komen in de logica van je model als je verdwaald raakt in de verschillende onderdelen die tot je beschikking staan. Het is daarom ook belangrijk om de juiste standaard te gebruiken voor het modelleren van bedrijfsprocessen. Zonder deze standaard mis je namelijk de logica in je model. En zonder deze kern wordt het lastig om de juiste verbeterpunten te vinden binnen de gemodelleerde processen.

De BPMN onderdelen

Task en sequence flow

Om te beginnen is er de task. Een task is een activiteit die niet verder in detail uitgewerkt kan worden in een proces. Een task wordt voornamelijk gebruikt om een handeling uit te drukken. De sequence flow geeft aan wat de volgorde van verschillende activiteiten en taken is. Zie onderstaand voorbeeld voor drie verschillende tasks met aangegeven procesvolgorde.

BPMN onderdelen
Start en end event

Een start event geeft het begin van een proces aan. Een proces kan slechts één start event bevatten. Een end event duidt de beëindiging van een proces aan. Er kunnen meerdere end events binnen een proces zijn om verschillende mogelijkheden voor beëindiging van een proces aan te geven.

bpmn event
Pool en swimlane

Zowel een pool als een swimlane wordt gebruikt om een persoon of entiteit aan te duiden. Het onderscheid zit hem in het feit dat een pool meerdere swimlanes kan bevatten. In de onderstaande uitwerking is de webshop de pool en zijn orderbeheer en IT-ondersteuning de swimlanes, aangezien de webshop in dit voorbeeld bestaat uit twee afdelingen.

swimlane
Data object, data store en association

Een data object kan gebruikt worden om benodigde invoer voor een activiteit aan te duiden. Daarnaast kan het ook gebruikt worden om een resultaat van een activiteit aan te duiden. Let op: het is ook mogelijk om data input en data output objecten apart te noteren. Hierbij is het belangrijk dat het data input object geen inkomende data associaties heeft, terwijl data output geen uitgaande data associaties mag hebben. Deze specifieke objecten kunnen dus niet de rol van het algemene data object overnemen.

De data store kan informatie opnemen of verstrekken binnen een proces. Het fungeert als indicatie voor een verzameling van opgeslagen informatie die ook na afronding van het proces beschikbaar is. Het verschilt hierbij dus van een data object, aangezien deze na beëindiging van het proces niet meer geïnformeerd kunnen worden.

De association relatie wordt gebruikt om zowel het data object als de data store te verbinden met elkaar, tasks of events.

data
Vervolg pool en message flow

Het is gebruikelijk om met een lege pool aan te duiden dat er een externe persoon of entiteit bij het proces betrokken is. De externe pool is dan ook leeg omdat er geen tasks in staan. Hier is het gebruik van een swimlane dus niet logisch, aangezien swimlanes doorgaans wel tasks bevatten. Het gebruik van een externe persoon of entiteit is voornamelijk gericht op de message flow. Hiermee kan je communicatie tussen verschillende pools aangeven. Elke pool kan een bericht sturen en ontvangen. Let op: het is dus niet mogelijk om een sequence flow buiten een toegewezen pool te laten treden.

data bpmn
Gateway

Een gateway wordt gebruikt om een splitsing aan te duiden van een proces. De gateway wordt doorgaans gebruikt om een vraag te beantwoorden. Door mogelijke uitkomsten te modelleren, in het geval van onderstaande uitwerking ja of nee, heeft de gateway twee vervolgpaden binnen het proces.

bpmn gate
Intermediate event

Een intermediate event geeft een gebeurtenis tijdens een proces aan. Dit type event ligt altijd tussen een start en end event in een proces. Het intermediate event kan een signaal ontvangen of versturen. Daarnaast kunnen er meerdere intermediate events binnen een proces zijn.

event
Call activity en global task

De call activity is een type sub-process. Dit wil zeggen dat het een geheel ander proces kan omvatten. De call activity kan een algemeen bepaald proces oproepen. Daarnaast kan het een global task oproepen. De call activity is een nuttig sub-process om bestaande algemene processen makkelijk te verwerken in een nieuw procesmodel.

Naast de standaard task is er ook nog de global task. Deze wordt gebruikt om een algemene activiteit te beschrijven die niet in het procesmodel beschreven staat. Global tasks kunnen alleen binnen een call activity geplaatst worden. Zo wordt in onderstaande uitwerking de global task, het noteren van klantinformatie, opgeroepen door de call activity.

events
Boundary event

Een boundary event is een type intermediate event dat altijd verbonden is aan een activiteit. Het kan geactiveerd worden tijdens de uitvoering van de bijbehorende activiteit. Een boundary event kan alleen een signaal ontvangen en kan de bijbehorende activiteit onderbreken of niet onderbreken. Als het grenzende evenement dan onderbrekend is zal de bijbehorende activiteit direct stoppen. Als het niet onderbrekend is zal het proces van de bijbehorende activiteit parallel lopen aan de activiteiten volgend aan het grenzende evenement.

boundary event
Sub-process

Sub-process is een proces binnen een proces. Het is aan de ene kant een activiteit in een proces terwijl het aan de andere kant een geheel ander proces omvat. Zo kan de activiteit bestelling inpakken bestaan uit het ophalen van het product, het inpakken van het product en het bijvoegen van de informatie voor bezorging. Let op: een sub-process uitwerking moet je ook zelf modelleren. Dit onderliggende proces is niet te zien in het algemene proces, maar is te vinden door op de + te drukken in de activiteit.

subproces
subprocessen
Transaction

Naast de bovengenoemde standaard sub-process is er ook een type sub-process genaamd transaction. Deze activiteit is gebaseerd op een aangemaakt transactieproces. Een transaction heeft betrekking tot meerdere partijen, waarbij het collectief een transactieproces laat slagen of mislukken. De transaction geeft de mogelijkheid om voor alle uitzonderingen een pad te modelleren met vervolgstappen. Zo is het in onderstaand voorbeeld mogelijk dat de betaling mislukt of slaagt, wat tot verschillende uitkomsten leidt. Of de betaling slaagt ligt zowel aan de klant als aan orderbeheer.

bpmn transactie

Meer leren over BPMN?

Met deze uitleg zal je hopelijk beter begrijpen hoe je om kunt gaan met de verschillende onderdelen van BPMN 2.0. Het zal bij jouw procesmodel in ieder geval een positieve impact hebben op de logica. Maar er is natuurlijk altijd meer te leren. Zo zijn er verschillende types voor dezelfde onderdelen. Een keuzepoort kan bijvoorbeeld exclusief of parallel zijn. Daarnaast is het belangrijk om te weten hoe je anderen goed mee kunt nemen in de uitwerking van jouw procesmodel. Waar moet je op letten? Hoe ontdek je fouten in het huidige proces? Wat is de toegevoegde waarde van jouw procesmodel? Deze vragen zullen beantwoord worden in de volgende blog over BPMN.

Heb jij vragen over BPMN of wil je inefficiënties opsporen, inzicht krijgen in processen en deze innoveren? Neem dan deel aan onze BPMN training. Tijdens deze training leer je de BPMN taal en pas je dit direct toe aan de hand van praktijkvoorbeelden en oefeningen. Natuurlijk sluit je de training af met een officiële BPMN certificering.

Je kunt ook eenvoudig op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen rondom GoNXT door ons op LinkedIn te volgen. Heb je vragen over BPMN? Neem dan contact op door het formulier onderaan de pagina in te vullen.

 

Anderen bekeken ook:

Verbeter het onboarding proces met Procesmanagement

Verbeter het onboarding proces met Procesmanagement

Mijn collega’s hebben enkele blogs geschreven over BPM, Business Process Management, en waarom BPM onmisbaar is voor jouw organisatie. Dat heb ik ook gemerkt bij mijn opdrachtgevers; een overzichtelijk proces maakt verandering en verbetering mogelijk. Dit is voor het...

Ontdek de mogelijkheden van Enterprise Studio

Ontdek de mogelijkheden van Enterprise Studio

In een eerdere blog hebben we het gehad over Enterprise Architectuur. Met Enterprise Architectuur kun je een blauwdruk maken van jouw organisatie, analyses doen en processen in kaart brengen. Met de Bizzdesign software kun je deze architectuur goed in kaart brengen....

AAN DE SLAG MET JOUW TRANSFORMATIE?
WIJ HELPEN GRAAG!

Laat je gegevens dan snel via onderstaand formulier achter en we nemen direct contact met je op! 

SOLLICITEER BIJ ONS!